De Dordogne
Op 950 km van Utrecht ligt de Dordogne met zijn groene heuvelachtig landschap, met zijn oude Middeleeuwse stadjes en met zijn warme klimaat. De Dordogne behoort tot de mooiste streken van Frankrijk. In deze streek met een afwisseling van bergen, vlaktes, rotsen, schitterende riviertjes en mooie oude stadjes kunt u:
– wandelen
– fietsen
– zwemmen
– attractieparken bezoeken
– paardrijden
– golfen
– tuinen bekijken
– kastelen bezoeken
– musea bezoeken
– antiekmarkten bezoeken
– kanovaren
– raften
– workshop krijgen
– grotten bekijken
(voor verdere informatie zie hier)
De Dordogne, ook vaak bij de oude naam Périgord genoemd, ligt in de zuidwesthoek van Frankrijk en is een onderdeel van de regio Aquitanië, die ook de departementen Landes, Lot et Garonne en de Atlantische Pyreneeën omvat. Het departement dankt zijn naam aan de rivier de Dordogne die dwars door het gebied loopt. De heuvels zijn glooiend en niet zo hoog. Het hoogste punt is Saint Pierre de Frugie (479 m).
Het departement wordt verdeeld in vier gebieden:
Perigord Vert, Blanc, Noir en Pourpre
De Perigord Vert (groen) in het noorden met als centrum de stad Nontron. Zeer herkenbaar door de vele bosgebieden en het ongetemde landschap. Een ruig en afwisselend gebied bestaande uit bossen, heide en cultuurlandschap, met weinig bewoning. Hier kan men in alle rust ideaal kanovaren op de vele rivierstromen en paardrijden zonder de massale hoeveelheid toeristen op de Dordogne.
La Dronne, L’Isle en L’Auvézere zijn de voornaamste rivieren.
Perigord Blanc (wit) in het noordwesten met als centrum Perigueux, tevens de hoofdstad van het departement Dordogne. Het lijkt een soort van reusachtige open plek van kalkachtige krijtgrond temidden van grote bossen.
De Gallische stam Petrocorii vestigde zich aan de oever van de L’Isle, en heette in gallo-romeinse tijd Vesuna. Samen met Puy St-Front gebouwd rond een klooster aan de overzijde van de rivier, is in 1251 de stad Perigueux ontstaan. In 1790 werd de stad tot hoofdstad van het nieuwe departement gekozen.
Perigord Noir (zwart) in het oosten met als centrum Sarlat, wordt doormidden gesneden door de rivieren Dordogne en Vézere en dankt zijn naam aan de vele bossen met veel steeneiken met een dicht en donker blad.
Het is hét vakantiegebied bij uitstek. Met zijn vele grotten, abri-woningen, Middeleeuwse steden en kastelen. Er zijn trajecten langs de Dordogne waar twee kastelen tegelijk zien heel normaal is.
Perigord Pourpre (paars) in het zuidwesten met als centrum Bergerac. De streek is vernoemd naar de schil van de druif. Zeer bekend om zijn wijngebieden, die absoluut geen Bordeaux-wijnen genoemd mogen worden terwijl de wijngebieden aan elkaar grenzen. Toch is het een zeer interessant wijngebied.
De Romeinen zouden verantwoordelijk zijn voor de aanleg van de vele wijngaarden.
Oorspronkelijk waren witte wijnen het hoofdproduct, denk hierbij aan de vermaarde dessertwijn van Chateau Monbazillac, maar tegenwoordig zijn er vele mooie rode wijnen te koop. Hierbij dient ook het gebied van de Pécharmant-wijnen niet vergeten te worden, ten oosten van Bergerac.
De rivier Dordogne was tot het begin van deze eeuw zeer belangrijk voor het vervoer van goederen per boot. Omdat grote gedeelten langs de rivier erg woest zijn, met schitterende rotsformaties, werden de boten, la Gabare, op het eindpunt (Lalinde) uit elkaar gehaald en met paard en wagen terug gebracht naar het vertrekpunt rivier opwaarts. Dit is nu het gebied voor de kanovaarder.